Image
Utrecht Kanaleneiland

3.1 Het projectenportfolio van de energietransitie

In dit hoofdstuk

Energiebesparing door het isoleren van gebouwen

In de periode 2015-2023 is het energiegebruik in de stad met 12% gedaald, waarvan 7% tussen 2022 en 2023. Mede vanwege de gestegen energieprijzen was er in de winter van 2022/2023 een toename in de vraag naar isolatie. Dit was onder meer terug te zien in een verdubbeling van het aantal afgenomen adviezen, aangevraagde leningen en bewoners die gebruik maakten van de inkoopacties. In de loop van 2023 daalden de prijzen. Ondanks de gedaalde energieprijzen zien we dat er nog steeds veel interesse is voor de ondersteuning die we bieden (informatie, advies, acties, subsidies en financiering): Het aantal bewoners dat gebruik maakt van ons aanbod ligt voor sommige instrumenten op het niveau van voor de energiecrisis en voor een aantal instrumenten zelfs een stuk hoger.   Met het programma ‘energie besparen in de gebouwde omgeving’ komen we steeds steviger in de uitvoering en vinden bewoners ons steeds beter, mede dankzij gerichte campagnes en inkoopacties.

Leerervaringen 

  • We zien dat met name dankzij campagneberichten (social media), googleadvertenties en actief gepromote inkoopacties, er een grote en groeiende groep bewoners naar ons energieloket komt. Veel meer, ook in verhouding, dan bijvoorbeeld bij omliggende gemeenten (die van hetzelfde loket gebruik maken). De kunst is om deze bezoekende bewoners ook toe te leiden naar onze instrumenten, of ze te inspireren zelf aan de slag te gaan. Dat lukt ons steeds beter: de website is eenvoudiger en directiever ingericht. De ervaringen die we hebben opgedaan en nog steeds opdoen nemen we mee in de ontwikkeling van het nieuwe energieloket in 2025. Daarbij mikken we op een simpele en overzichtelijke site en sluiten zo doordacht mogelijk aan op de diversiteit aan bezoekers, met een toon en een boodschap die aanspreekt. Elke doelgroep is anders en maatwerk is nodig 
  • We vervullen voor inwoners een onafhankelijke gidsfunctie, omdat zij door de bomen vaak het bos niet meer zien. Het is niet eenvoudig dit goed te doen en onder de aandacht te brengen, maar het lukt steeds beter. Dat doen we door feedback van bewoners te vragen in onze contacten (via het panel, loket, bijeenkomsten, etc.) en waar nodig blijven we ook   ons ondersteuningsaanbod onder de aandacht brengen. Dit doen we steeds meer door proactief contact te leggen met bewoners. Daarmee kunnen we gerichter ons aanbod kenbaar maken en resultaat boeken.

Toelichting op de voortgang 

De meeste projecten lopen volgens verwachting en planning. De projecten energieloket (jouwhuisslimmer.nl) en energiebox (incl. coaching, huis-aan-huis aanpak en installatie) scoren zeer hoog (bijna 5800 boxen en ruim 20.000 bezoeker op loket).  

 

Alleen de collectieve inkoopacties (waarmee bewoners zich kunnen inschrijven voor verduurzamingsmaatregelen, waarop ze vervolgens een offerte van een uitvoerder ontvangen) scoorden wat minder hoog dan verwacht, maar ten opzichte van dergelijke acties in andere gemeenten wel gemiddeld tot bovengemiddeld. Door een meer proactieve aanpak in 2025, waarbij we meer de buurten in gaan en met initiatieven gaan samenwerken, verwachten we de conversie verder te verhogen. Overigens scoren acties speciaal voor lage inkomensgroepen (energiearmoede) wel heel hoog. 

Elektrisch koken gaat wat minder snel dan eerder gehoopt. Dat komt omdat we in overleg met corporaties hebben besloten dat adressen alleen van kookgas afgaan bij mutatie, vanwege de hoge kosten die een complexgewijze aanpak vraagt.

Infogram URL

Verduurzamen Bedrijven en maatschappelijke organisaties

In 2024 hebben wij ons aanbod aan de (maatschappelijke) ondernemers in de stad uitgebreid en toegankelijker gemaakt. We hebben een klantreis met informatie – advies - financiële hulp in de vorm van subsidie – Energiefonds voor leningen voor de investering. Sinds september 2024 zijn er 70 energiescans beschikbaar gesteld voor de ondernemers in de wijken, waarvan ruim 60 energiescans zijn uitgevoerd bij het MKB en maatschappelijk organisaties. De maatregelen die in deze korte periode naar aanleiding van de energiescans zijn uitgevoerd, leveren nu al een jaarlijkse CO2 besparing van 30 ton op, waarmee we een goede bijdrage leveren aan de besparingsdoelstelling van het programma besparen.

Sinds begin oktober 2024 is een MKB-subsidieregeling opengesteld met gemeentelijke middelen. In 2024 hebben 7 ondernemers een aanvraag gedaan voor in totaal 9 maatregelen.  Deze regeling loopt door in 2025, dan verwachten we de meeste aanvragen. De ondernemers hebben dan de tijd gehad om naar aanleiding van de adviezen uit de energiescans ook de geadviseerde verduurzamingsmaatregelen toe te passen met de hulp van de subsidieregeling. Deze combinatie van advies via de energiescan en subsidie op de uitvoering van maatregelen wordt erg goed ontvangen door ondernemers. Er is een brede communicatiecampagne ingezet en we attenderen ondernemers actief op deze subsidieregeling. 

Ook voor maatschappelijke organisaties hebben we in 2024 de gratis energiescans aan ons stimuleringsaanbod toegevoegd. Daarnaast hebben dit jaar veel maatschappelijke organisaties gebruik gemaakt van onze subsidieregeling voor isolatie. In totaal is er voor € 85.500,- aan subsidie aangevraagd. Verder zijn we naast de brancheaanpak voor zorginstellingen en sportverenigingen gestart met een brancheaanpak voor scholen.

Leerervaringen 

  • Energieloket en subsidies: We hebben ons gericht om op alle stappen van de klantreis van de (maatschappelijk) ondernemers ondersteuning te kunnen bieden. Met de doorgevoerde maatregelen bieden we nu beter maatwerk richting onze doelgroep. Door de ontwikkeling van deze nieuwe aanpak is het Energieloket minder zichtbaar geweest in vooral de eerste helft van 2024. Daardoor hebben we gemerkt dat het totale aantal vragen dat is binnengekomen bij het energieloket is gedaald. Daarentegen zien we wel dat er meer echt inhoudelijke verduurzamingsvraagstukken van ondernemers bij het Energieloket terecht kwamen, waar we als adviseurs goed van meerwaarde hebben kunnen zijn. In 2025 zetten we in op een communicatiecampagne om het energieloket dichter bij de (maatschappelijk) ondernemers te brengen en weer een stijging in het totaal aantal vragen te realiseren.  
  • In het kader van netcongestie hebben we onderzoek gedaan naar slimme netoplossingen voor ondernemers in de vorm van 4 pilots. In de uitvoering van deze onderzoeken liepen we tegen verschillende uitdagingen aan, zoals de technische complexiteit en capaciteitsuitdagingen bij de adviesbureaus. Hierdoor heeft het pilottraject langer geduurd dan vooraf ingeschat. We verwachten nu medio 2025 de opgedane kennis breed te kunnen delen met ondernemers. 

 

Toelichting op de voortgang 

  • Na vaststelling van het uitvoeringsprogramma verduurzaming bedrijventerreinen in maart 2024 zijn we verdergegaan met de ondersteuning van de initiatieven op de bedrijventerreinen. Dit doen we samen met het (georganiseerde) bedrijfsleven, de Provincie en plaatselijke stakeholders als parkmanagementorganisaties. Naast de samenwerking in de Green Deal Lage Weide en het ondersteunen van koplopersgroepen met lokale partijen, zijn we bezig om de uitvoering van de SpUk regelingen Ontzorgingsprogramma MKB (O-MKB) en Programma Verduurzamen Bedrijventerreinen (PVB) vorm te geven. Deze worden via de provincie uitgegeven. Hiermee krijgen we extra capaciteit voor het aanjagen van verduurzaming op bedrijventerreinen beschikbaar en extra budget voor verduurzamingsadvies. 
  • In het kader van netcongestie oplossingen is in september 2024 de energiehub op bedrijventerrein Lage Weide officieel van start gegaan.  
  • Uitvoering programma zon op dak en netoplossingen: Ondanks netcongestie is het aantal zonnepanelen op daken in de gemeente Utrecht gegroeid, vooral op de kleine daken (woningen). Op de grotere bedrijfsdaken is de impact van netcongestie groter en vlakt de groei af. Daarnaast wordt de salderingsregeling per 2027 afgeschaft. In 2025 herijken we daarom het programma zon op dak en nemen we alle recente ontwikkelingen mee om tot een goede stimuleringsaanpak te komen.
Infogram URL

Duurzame opwek

Utrecht is onderdeel van de regio RES U16. Samen met onze buurgemeenten willen we in 2030 circa 1,8 terawattuur (TWh) schone elektriciteit opwekken. Utrecht streeft naar een bijdrage van 523 GWh. Hiervan is in 2024 ca 60 GWh gerealiseerd door grootschalige zon op dak, 0,5 GWh door zonnepark Meijewetering en 0,5 GWh voor zonnepark Overvecht (bij de rioolwaterzuivering).

Leerervaringen

De afgelopen jaren hebben we gemerkt dat marktpartijen moeite hebben om zonnevelden te ontwikkelen, zeker als de projecten klein en/of ingewikkeld zijn. Daarom hebben we ervoor gekozen om zelf de zonne-eilanden op de Nedereindse Plas te ontwikkelen tot en met de vergunningverlening en overwegen we dat ook voor andere projecten in de focusgebieden. Zo hebben de initiatiefnemers voor Ockhuizen moeite om de business case rond te krijgen. We investeren zelf in onderzoek naar mogelijkheden om de business case te verbeteren en de rol die wij als gemeente daarbij moeten innemen.

Toelichting op de voortgang

In 2024 zijn het omgevingsplan en omgevingsvergunning voor windpark Rijnenburg en Reijerscop (90 GWh) en de omgevingsvergunning voor zonnepark Ockhuizen (38 GWh) vastgesteld. Ook is de Beleidsnota Opwekgebieden voor schone energie in Utrecht door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota zijn focusgebieden en zoekgebieden aangewezen voor windenergie, zonne-energie en geothermie. In de focusgebieden voor zonne-elanden op de Nedereindse Plas en geothermie hebben we een actieve rol gepakt in de projectontwikkeling.

In 2024 heeft de provincie het planMER voor windlocaties in de provincie Utrecht afgerond. Hieruit is duidelijk geworden dat windenergieprojecten in de Hollandse Waterlinies, niet kansrijk zijn. Een Heritage Impact Assessment heeft dat bevestigd. Ook zonnevelden op USP zijn niet kansrijk, omdat ze in de Hollandse Waterlinies liggen. Voor windenergie op Lage Weide is een projectstart in voorbereiding.

Solar carports lijken financieel niet haalbaar. In 2025 wordt hierover definitief een conclusie getrokken in relatie tot de beschikbare middelen.

Infogram URL

Energie infra

In 2023 is gestart met de herijking van de Transitievisie Warmte en in 2024 hebben we de hele data-analyse kunnen afronden. Onder de omgevingswet en de aankomende wetgeving (Wet Gemeentelijk instrumenten Warmtetransitie) is de nieuwe naam voor het beleidsdocument Warmteprogramma. Met nieuwe inzichten en veranderende omstandigheden en ook de noodzaak voor duidelijkheid en voortgang was er voldoende reden om deze update te starten en in 2025 de beleidsdocumenten af te ronden. 

Met de nieuwe inzichten werd ook duidelijk dat er behoefte is om het warmteprogramma breder te maken dan door de WGIW voorgeschreven en ook op bodemenergie en nieuwbouw helderheid te geven. Ook heeft het veranderende speelveld geleid tot een behoefte aan kaders die door de raad worden vastgelegd. Daarom bestaat het traject uit een beleidsnota warmte, die de eerdere transitievisie warmte en visie op de warmtevoorziening vervangt, en een uitvoeringsprogramma (Warmteprogramma).

 

Belangrijk onderdeel van het warmteprogramma is de bronnenstrategie. De potentie van de bronnen is al eerder in kaart gebracht met een focus op bestaande bouw en mogelijkheden voor collectieve warmte. De nieuwbouw moet aardgasvrij worden opgeleverd en ook in de nieuwbouw wordt vaak gekeken naar collectieve (lage temperatuur) warmtevoorziening. In de bronnenstrategie kijken we dan ook naar alle bronnen die nodig zijn om de hele stad zonder aardgas te verwarmen. De gemeentelijke bronnenstrategie wordt als bijlage bij de beleidsnota warmte opgeleverd. 

In 2024 is veel aandacht geweest voor Elektriciteitsinfrastructuur en netcongestie. De aanpak om zowel blijvend netbewuster met de stad om te gaan als de aanpak om met de acute tekorten op het stroomnet om te gaan is in 2023 vastgesteld en daar wordt uitvoering aan gegeven. Ook op verschillende deelgebieden wordt beleid uitgewerkt zoals de tijdelijke stroomgeneratoren.

Leerervaringen

  • Voor zowel de warmtetransitie als de elektriciteitsinfrastructuur zijn externe ontwikkelingen zeer bepalend voor de snelheid die we kunnen maken in het verduurzamen en aanpassen van de energie-infrastructuur aan de toekomst. Het is belangrijk om steeds mee te bewegen met de nieuwe werkelijkheid. 
  • Voor Utrecht is het belangrijk om het eindbeeld van de verduurzaming van de energietransitie scherp te houden en stappen te zetten die daarnaartoe bewegen. Onzekerheid over huidige wetgeving of toenemende netcongestie zijn daarmee soms vertragend maar veranderen onze ambities niet. 
  • Netcongestie is snel opgekomen als probleem in Utrecht en helaas ook het heftigst in Utrecht. Dit maakt dat we ook vooroplopen in het bedenken van oplossingen voor bijvoorbeeld nieuwbouw (groepscontract Merwede, regels netbewust bouwen), koppelen van de warmtetransitie en netcongestie (netbewuste afweging van warmteoplossingen), bevoegd gezag naar provincie voor snellere besluitvorming in de regio. 
  • Voor de realisatie van aquathermie zijn meerdere stakeholders betrokken en ook vergunningverlening door andere overheden. Dit maakt dat veel belangen moeten worden afgewogen en onderlinge afspraken nodig zijn.

Toelichting op de voortgang

De eerste vergunning voor aquathermie bij de nieuwbouw in de Merwedekanaalzone heeft veel vertraging opgelopen door onzekerheid bij de waterschappen en Rijkswaterstaat over de effecten op de ecologie. Inmiddels zijn deze voldoende geadresseerd en komt de vergunning. Dit is wel een aandachtspunt voor het vervolg van aquathermie. Voor het warmteprogramma (voorheen transitievisie warmte) zijn we aan de slag om de scope te bepalen, rekening houdend met de bronnen, de ruimtelijke impact, de milieu impact, de relatie met nieuwbouw en het klimaat.

Netcongestie blijft zich helaas ontwikkelen als een steeds groter probleem en de dreiging dat het probleem zich verergert naar kleinverbruikers blijft bestaan. In 2024 is veel bereikt in de bewustwording van de impact van netcongestie op de stad en het zoeken naar mogelijke oplossingsrichtingen. Een concrete samenwerking met Stedin, TenneT en de provincie is in de vorm van een Energieboard tot stand gekomen. De gemeente is bij netcongestie afhankelijk van de samenwerking met partners zoals Stedin, provincie, regiogemeenten en TenneT. Om toch beter voor te bereiden op alle mogelijke crisissituaties is een crisismanager aangesteld per 1 januari 2025.

Infogram URL

Buurtaanpak aardgasvrij

Overvecht-Noord

In april is de samenwerking tussen de gemeente en Eneco voor wat betreft het aardgasvrij maken van Overvecht-Noord beëindigd. In de raadsvergadering van 25 april 2024 zijn twee moties aangenomen naar aanleiding van de beëindiging van de samenwerking. Eén motie betreft een verzoek aan de Rekenkamer om onderzoek te verrichten naar het project Overvecht-Noord aardgasvrij. Dat onderzoek loopt nu en komt naar verwachting in het voorjaar 2025 naar buiten. De tweede motie richt zich op het in beeld brengen van alle beschikbare warmteoplossingen in Overvecht-Noord. Samen met de klankbordgroep Overvecht-Noord en een onderzoeksbureau is gewerkt aan een overzicht van alle beschikbare warmteoplossingen. Voor de zomer 2025 wordt hierover gerapporteerd aan de raad. Een projectevaluatie door Berenschot over het aardgasvrij maken van Overvecht Noord is in januari 2025 aan de raad verzonden.  

 

Andere buurten

In vier buurten (Rivierenwijk/Dichterswijk, Wilhelminapark/Oudwijk, Sterrenwijk, en Kanaleneiland-Zuid) zijn onderzoeken naar alternatieven voor aardgas uitgevoerd. De resultaten gebruiken we bij de handelingsperspectieven voor energiebesparing en voor de actualisatie van de beleidsnota warmte (voorheen TVW). In de buurten Oog in Al en Wittevrouwen zijn we al verder in het proces, bewoners zijn betrokken bij het onderzoek naar de mogelijkheden voor buurtwarmtenetten in deze buurten i.s.m. een publiek warmtebedrijf. In de buurten Oud-Hoograven, Ondiep e.o. en Overvecht-Zuid starten we geen onderzoeken naar alternatieven voor aardgas, en is de focus vanaf nu besparen en isoleren. In de binnenstad, blijven we ‘maatwerk’ houden. Hier gaan we in het wervengebied met Eneco verder in gesprek. In de rest van de binnenstad zetten we in op ruimtereserveringen bij werkzaamheden. Daarnaast is ook hier focus op energiebesparing.

Leerervaringen 

  • De belangrijkste leerervaringen zijn opgenomen in de projectevaluatie van Berenschot over het aardgasvrij maken van Overvecht Noord. In 2025 gaan we aan de slag om deze aanbevelingen te implementeren in de buurtaanpak.  
  • We moeten kaders hebben over wanneer we buurtinitiatieven verder ondersteunen en wanneer de ondersteuning is afgerond. In de beleidsnota Warmte (medio 2025) komen we hierop terug. We gaan dit daarna in samenspraak met de bij ons bekende buurtinitiatieven in het Warmteprogramma verder uitwerken.  
  • Binnen de buurtaanpak is sprake van grote dynamiek als gevolg van wijzigende wetgeving: de Wet Gemeentelijke instrumenten Warmtetransitie (Wgiw) treedt naar verwachting 1 januari 2026 in werking.  Over de Wcw moet de de  Tweede Kamer nog een besluit gaan nemen.  Zolang er geen duidelijkheid is over de Wcw, blijven partijen onzekerheid over de toekomst en zullen private warmtebedrijven investeringsbeslissingen uitstellen. Daarom kijken we binnen de energietransitie naar een pragmatischer aanpak van de planning met onder andere veel focus op het besparen. 
  • Het afgelopen jaar zijn weer stappen gezet in de samenwerking met buurtinitiatieven. Op deze manier leren we om steeds met een maatwerk-aanpak aan te sluiten op de energie- en warmteambities die een initiatief voor hun buurt heeft. Zo zijn goeie samenwerkingen tot stand gekomen met bijvoorbeeld Warm Lunetten en Oog voor Warmte.

Toelichting op de voortgang

  • Beginnen fase 1 en fase 2 buurtaanpak aardgasvrij in 12 clusters binnenstad en bedrijventerreinen: We zijn in 2023 gestart in 4 clusters met het samenstellen van een buurtprofiel en een start-/informatiemoment. Het is gebleken dat de voorbereiding van zo'n startmoment langer duurt dan verwacht. De opzet en de opbrengst van de startmomenten is geëvalueerd en uitkomsten daarvan worden meegenomen naar de komende clusters. 
  • Notitie toegankelijk speelveld buurtinitiatieven: het speelveld van warmte en hoe daarin ieders rol ingevuld mag en kan worden, was in 2024 (en is nog steeds) erg in ontwikkeling; dit komt onder andere door aanstaande warmtewetgeving en het opzetten van een publiek warmtebedrijf. Ook landelijk is er veel in ontwikkeling over de rol van buurtinitiatieven. In deze veranderende omgeving is het niet gelukt om te komen tot eenduidige afspraken over een toegankelijk speelveld voor deze initiatieven. We zijn hierover wel in 2024 in gesprek geweest met deze buurtinitiatieven, o.a. in twee bijeenkomsten van de community of practice.
Infogram URL

Publiek eigendom

In 2024 hebben we vastgesteld dat het nodig is om deel te nemen in een publiek warmtebedrijf dat ook in Utrecht warmtenetten realiseert. In de raadsbrief van 28 november 2024 hebben we hiervoor drie eigendomsvarianten geschetst en aangekondigd dat we in 2025 een voorstel aan de raad voorleggen. Vooruitlopend op een publiek warmtebedrijf zijn we binnen de gemeentelijke organisatie ontwikkelende activiteiten gestart met als doel om de kans op slagen te vergroten van projecten die nodig zin voor de Utrechtse energietransitie. De eerste projecten waarvoor we dit gedaan hebben zijn geothermie en de zonneveldeilanden op de Nedereindse Plas. In nieuwbouwprojecten hebben we de eerste ervaringen opgedaan over hoe om te gaan met netcongestie en netbewust bouwen. Voor Merwede is een groepscontract afgesloten met Stedin en is een Europese subsidie aangevraagd voor de maatregelen die nodig zijn voor een netbewuster energiesysteem. Voor Papendorp/Groenewoud zijn we de procedure voor concessieverlening gestart, waarin netbewustheid al ingebouwd is.

Leerervaringen 

  • In de concessies voor Merwede en Beursnet hebben we nog beter geleerd wat het betekent om warmtenetten te ontwikkelen, nu ook in combinatie met netbewust bouwen. We weten dat we moeten sturen op optimale benutting van seizoensopslag van energie (met name warmte-koudeopslag). 
  • In de projecten geothermie en Nedereindse Plas hebben we geleerd dat het niet per sé moeilijk is om een project te ontwerpen, maar wel om, samen met meerdere partners te komen tot een goede verdeling van taken en verantwoordelijkheden, waarbij ook de wensen van de omgeving worden meegenomen. Ontwikkelen van projecten in Utrecht is en blijft complex. 
  • Alle opwekprojecten hebben het moeilijk. De businesscase is niet meer zo voorspelbaar (goed) als 3 jaar geleden en netcongestie vergroot de onzekerheid van een haalbaar project. Marktpartijen zijn zelf niet goed in staat om de risico’s voor de business case goed te beheersen. Voor al niet in de Utrechtse projecten die aan de kleine kant zijn voor een goede business case, hoge inpassingseisen gelden en de netcongestieknelpunten relatief groot zijn.

Toelichting op de voortgang 

  • Het onderzoek naar de mogelijkheden voor een publiek warmtebedrijf verloopt voorspoedig en we willen de raad in Q2 2025 een voorstel voorleggen voor de keuze van één van de drie eigendomsvarianten.  
  • De realisatie van zonnevelden in Utrecht stagneert en daarom gaan we voor al deze projecten na om het nodig is om meer ontwikkelend in te stappen. In sommige gevallen zijn wij beter in staat om knelpunten weg te nemen en risico’s te beheersen dan dat marktpartijen dat zijn. Deze rolinvulling bevalt ons en onze samenwerkingspartners bij de geothermie en de Nedereindse Plas goed. 
  • De concessie voor Merwede loopt goed. De Concessie voor Beursnet verloopt moeizaam, vanwege uitvoerbaarheidsproblemen. In de raadsbrief van 7 maart 2025 bent u geïnformeerd over enkele voorgenomen bijstellingen in de concessieovereenkomst. Door netcongestie ontstaat er steeds meer bewustzijn bij ontwikkelaars dat ze netbewuste energiesystemen moeten realiseren. Deze netbewuste systemen zijn ook gunstig voor de CO2-uitstoot.
Infogram URL

Participatie

We werken proactief aan het inzetten van het beleid Samen stad maken en omgevingsmanagement bij beleid en uitvoering van projecten die invloed hebben op de werk- en leefwereld van inwoners, ondernemers en organisaties. In 2024 voerden we 38 participatie trajecten uit waarbij inwoners, organisaties en bedrijven werden betrokken bij de energietransitie en die de samenwerking in de stad met betrekking tot de energietransitie bevorderden. We monitoren onze inzet hiervoor met een zelf ontwikkelde tool. Met de leerervaringen passen we nieuwe participatieprojecten aan.

Leerervaringen 

  • Voor een goede afspiegeling van de stad bij de deelnemers aan trajecten voor participatie en samenwerken met de stad is doorlopende inzet nodig. We gingen hiervoor in 2024 meer de straat op, deden brede enquêtes en brachten die meer direct onder de aandacht door huis-aan-huis langs te gaan in buurten waar de online deelname laag was.  
  • Voor bedrijven en maatschappelijke organisaties gingen we meer het werkveld in en voerden we één op één gesprekken. Op basis van de uitkomsten zijn de instrumenten voor ondernemers beter ingericht.

Als er niet direct sprake is van een participatietraject met een kop en een staart dan zetten we structureel omgevingsmanagement in om de omgeving te betrekken bij het beleid en de uitvoering daarvan als het gaat om projecten die direct invloed hebben op de leefomgeving van Utrechters, zoals samen verduurzamen met inwoners en duurzame bronnen. We zien dat een direct contactpersoon die zichtbaar is in de wijk bewonersinitiatieven helpt om de weg te vinden in de gemeente.

Toelichting op de voortgang

  • Het Klimaatpanel heeft in 2024 de volgende thema’s besproken: 

Hittestress, netcongestie, publieke warmtenetten en de klimaatvisie. Deelnemers van het jongerenpanel Young Minds nemen deel aan het Klimaatpanel. Ook gaan we na elke bijeenkomst ook de straat op om de uitkomsten van het Klimaatpanel breed te toetsen.  

Met de input van het Klimaatpanel wordt de communicatie richting inwoners verbeterd. Zo geven we nu meer informatie over afkoelpunten in de stad als er hittestress is.

In onze evaluatie geven deelnemers aan na de bijeenkomsten aan de slag te gaan met concrete informatie over bijvoorbeeld netcongestie en gaan ze bewuster om met wanneer ze energie gebruiken. De kennis die ze hebben opgedaan delen ze ook binnen hun sociale kring. Deelnemers geven aan dat ze na deelname beter op de hoogte zijn van wat de gemeente doet. Ze deelnemers waarderen de bijeenkomsten van het Klimaatpanel met een gemiddeld cijfer 7,8. 

  • Samenwerken in de stad doen we structureel in onder andere in het Energie Netwerk Utrecht (ENU). Met de partners in het ENU onderzoeken we langs drie lijnen wat er nodig is voor de verduurzaming van de stad; hoe we slim kunnen samenwerken, kennis kunnen delen en innoveren, en hoe we de bewustwording over de opgave in de stad kunnen vergroten. Tot slot bekijken we hoe we kunnen zorgen voor voldoende arbeids- en stageplekken. 
  • In de Community of Practice (COP) met buurtinitiatieven warmte komt aan bod wat er speelt bij de initiatieven en wat er nodig is aan kennis en andere ondersteuning om tot een goede rolinvulling te komen. Dit is meegenomen in de raadsbrief Speelveld warmtetransitie en voorbereidingen publiek warmtebedrijf.
Infogram URL