Image
Rapportage Inburgering 2025

4. Inburgeraars en gezondheid en welzijn

In dit hoofdstuk:

  • Enquêteresultaten over gezondheid en (mentale) welzijn
  • Resultaten interviews inburgeraars over hun ervaringen met eigen gezondheid en (mentale) welzijn
  • Resultaten interviews professionals over hun perspectief op de gezondheid en (mentale) welzijn van inburgeraar
     

4.1    Enquêteresultaten over gezondheid en welzijn

Als gemeente houden we zicht op de gezondheid en welzijn van Utrechters door de tweejaarlijkse Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen. Een aantal vragen uit dit onderzoek hebben we ook aan inburgeraars gesteld. Daarnaast hebben we de inburgeraars een aantal extra vragen gesteld. Deze paragraaf geeft een overzicht van de antwoorden van asielstatushouders en gezinsmigranten op deze vragen. Waar mogelijk presenteren we dit naast de antwoorden die Utrechters van 18 jaar en ouder in 2022 gegeven hebben. Dit geeft inzicht in hoe de inwoners (in deze peiling) hun gezondheid en welzijn ervaren. 

4.1.1 Inburgeraars over hun eigen gezondheid

Figuur 4.1 – Hoe is over het algemeen uw gezondheid?

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling heeft 52% een (zeer) goed ervaren gezondheid. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling heeft 76% een (zeer) goed ervaren gezondheid. 
  • In Utrecht heeft 74% van de volwassenen een (zeer) goede gezondheid (2022).

Figuur 4.2 – Aandeel inburgeraars met problemen in het dagelijks leven door lichamelijke gezondheid

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling geeft 36% aan problemen in het dagelijks leven te ervaren door hun lichamelijke gezondheid. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling geeft 18% aan problemen in het dagelijks leven te ervaren door hun lichamelijke gezondheid.

Figuur 4.3 – Voelde u zich erg zenuwachtig?

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling voelde 41% zich voortdurend, meestal of vaak erg zenuwachtig in de afgelopen vier weken. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling voelde 31% zich voortdurend, meestal of vaak erg zenuwachtig in de afgelopen vier weken.
  • Een kwart van de asielstatushouders in deze peiling voelde zich zelden of nooit zenuwachtig (26%). Bij gezinsmigranten betreft dit ongeveer een derde van de respondenten (32%). 
  • In Utrecht geeft 12% van de volwassenen aan zich voortdurend, meestal of vaak erg zenuwachtig te voelen (2022). 58% van de Utrechters geeft aan zich zelden of nooit erg zenuwachtig te voelen in de afgelopen vier weken.

Figuur 4.4 – Voelde u zich kalm en rustig?

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling voelde 55% zich voortdurend, meestal of vaak kalm en rustig in de afgelopen vier weken. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling voelde 62% zich voortdurend, meestal of vaak kalm en rustig in de afgelopen vier weken. 
  • In Utrecht geeft 72% van de volwassenen aan zich voortdurend, meestal of vaak kalm en rustig te voelen (2022).

Figuur 4.5 – Voelde u zich neerslachtig en somber?

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling voelde 40% zich voortdurend, meestal of vaak neerslachtig en somber in de afgelopen vier weken. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling voelde 23% zich voortdurend, meestal of vaak neerslachtig en somber in de afgelopen vier weken. Ook in interviews met inburgeraars en professionals worden neerslachtige gevoelens en somberheid benoemd (zie paragraaf 4.2 en 4.3). 
  • In Utrecht geeft 11% van de volwassenen aan zich voortdurend, meestal of vaak neerslachtig en somber te voelen (2022).

Figuur 4.6 – Voelde u zich gelukkig?

Infogram URL
  • Van de asielstatushouders in deze peiling voelde 49% zich voortdurend, meestal of vaak gelukkig in de afgelopen vier weken. 
  • Van de gezinsmigranten in deze peiling voelde 69% zich voortdurend, meestal of vaak gelukkig in de afgelopen vier weken. 
  • In Utrecht geeft 72% van de volwassenen aan zich voortdurend, meestal of vaak gelukkig te voelen (2022).

4.2    Resultaten interviews inburgeraars over gezondheid en welzijn

Aan de geïnterviewde inburgeraars is gevraagd hoe gezond zij zich voelen en op welke manier hun migratie daar invloed op heeft gehad.

Lichamelijke gezondheid over het algemeen goed, problemen met mentale gezondheid
Bijna alle geïnterviewden zeggen dat hun fysieke gezondheid goed is, maar de meesten geven tegelijkertijd aan dat dit niet geldt voor hun mentale gezondheid. Dit komt in veel gevallen door stress waar respondenten verschillende oorzaken voor geven. In sommige gevallen komt stress door het (lange) wachten in het vluchtelingenkamp, soms met slaapproblemen tot gevolg: “Over het algemeen heb ik het gevoel dat mijn gezondheid niet meer is wat het geweest is door de impact van de lange wachtervaring in het vluchtelingenkamp. In het vluchtelingenkamp was het leven erg moeilijk, het wachten duurde lang en de situatie was psychisch stressvol.’’  

Het lange wachten in een vluchtelingenkamp heeft voor sommigen ook een positief effect gehad. Een respondent zegt: “ik denk dat deze ervaring me een sterker persoon heeft gemaakt en beter in staat om te gaan met de uitdagingen van het dagelijks leven in een nieuwe samenleving." Ook geeft iemand aan dat de verschillende culturen in het kamp haar persoonlijkheid positief beïnvloed hebben: “ik heb geleerd om geduldig te zijn en me aan te passen aan verschillende leefomstandigheden. Ik ben sterker en onafhankelijker geworden.” 

Andere veroorzakers van stress die soms voorkomen zijn: denken over de toekomst (bijvoorbeeld niet weten wat er daarna gaat gebeuren), geldzorgen, school en stress uit het land van herkomst die in Nederland nog steeds aanwezig is. 
 
Verschillende inburgeraars geven verder aan dat hun migratie invloed heeft op hun gezondheid door de uitdagingen rondom het wennen in een nieuw land. Ze noemen bijvoorbeeld dat je alles opnieuw moet opbouwen in een ander land, dat het bijvoorbeeld lastig kan zijn om bij een nieuwe studie binnen te komen of om werk te vinden. Ook kan het lastig zijn om een nieuwe taal te leren. Overige factoren die de mentale gezondheid van inburgeraars op een negatieve manier kunnen beïnvloeden zijn: somberheid, ver weg zijn van familie en eenzaamheid. Dit komt overeen met de enquête, met name asielstatushouders geven aan zich vaak neerslachtig en somber te voelen (figuur 4.5: 40% vs. 23% bij gezinsmigranten). Iemand zegt hierover: “ik kwam hier niet in goede geestelijke gezondheid. Ik liet een trauma achter. Ik kwam niet met mijn familie, wat het nog moeilijker maakte. Ik was erg eenzaam en het feit dat mijn familie niet bij me was, had een negatieve invloed op me. Je realiseert je beter hoeveel ze je steunen in het leven als ze er niet zijn."

Een respondent ervaart geen prettige gesprekstoon in het contact met de gemeente: “als ik naar officiële gesprekken bij de gemeente ga, merk ik dat de interactie erg droog en formeel is en ik me niet veilig of gesteund voel.”

Een aandachtspunt dat een aantal respondenten noemt is de toegang tot (psychologische) zorg. Ook werkt de gezondheidszorg soms anders dan mensen gewend zijn, je moet meer aandringen voor een afspraak of onderzoek. Iemand geeft aan dat er weinig aandacht is voor het mentale aspect bij migranten (door de gemeente en huisartsen) en hulp bij het vinden van een psycholoog. Ook zou: “het proces om een psycholoog te vinden en onderzocht te worden kort moeten zijn. Anders kan het zeer ernstige gevolgen hebben, zoals zelfmoord”, aldus één van de asielstatushouders.

4.3    Resultaten interviews professionals over gezondheid en welzijn

In de resultaten van de enquête geven asielstatushouders minder vaak aan dat hun gezondheid (zeer) goed is in vergelijking met gezinsmigranten (52% vs. 76%). Specifiek zien we dat ongeveer 40% van de asielstatushouders zich vaak zenuwachtig, neerslachtig en somber voelt, terwijl dit bij gezinsmigranten minder vaak voorkomt.

Dat een groot deel van de asielstatushouders vaak negatieve emoties ervaart wordt door de geïnterviewde professionals herkend. Ze geven aan dat het mensen zijn die veel hebben meegemaakt. Hun eigen vluchtverleden kan invloed hebben op het psychisch welbevinden. Ook is het in het land van herkomst vaak nog onrustig en onveilig. Men heeft daar nog een sociaal netwerk waar zij zich zorgen over maken. Dit kan volgens de professionals invloed hebben op de inburgering. Zo merkt een professional dat het een negatieve invloed heeft op de concentratie en dat deze inburgeraars vaak moe zijn en dingen niet goed kunnen onthouden. Dit zorgt vervolgens ook weer voor frustratie bij de inburgeraar zelf. Een van de professionals geeft als voorbeeld: 
“Ze hebben er niet altijd de ruimte voor, dat vind ik ook heel begrijpelijk. Onlangs heb ik iemand gehad, die ging heel goed met z’n taal, maar die was zo vreselijk gespannen dat ‘ie terug zou moeten, dat ie zichzelf uithongert. Dat hij gewoon niet meer at, en hier in de les steeds flauwviel. Natuurlijk, als je hoofd zo vol zit met zorgen om jezelf of om je gezin of familie in land van herkomst, dan is er niet zo heel veel ruimte om te leren denk ik.”

Ook geven professionals aan dat de huidige plannen van het kabinet rondom migratie, asiel en inburgering voor veel inburgeraars stress met zich meebrengt. Het zorgt voor onzekerheid over of ze wel in Nederland kunnen blijven, wat een negatieve invloed heeft op het inburgeringsproces. Een professional zegt hierover: 
“Sinds de plannen van het kabinet, hoor ik veel cursisten die naar mij toekomen en zeggen van: heeft het wel zin om de taal te leren? Straks moet ik terug.”  

Dat de ervaren gezondheid voor een groot deel van de gezinsmigranten beter is, komt vermoedelijk doordat het merendeel niet vanwege onveiligheid in hun land van herkomst naar Nederland zijn gekomen, maar om zich te herenigen met hun partner. Hierdoor hebben zij geen vluchtverleden en komen zij in een veel stabielere situatie terecht, aangezien ze zich bij hun partner kunnen voegen.