5. Meedoen en ondernemen
5.1 Iedereen doet mee, van activering en scholing tot werk, aansluitend op intrinsieke motivatie en talenten van bewoners. De kansen van scholing, werk en ondernemen in Overvecht zelf worden benut.
5.1.1 % personen van 15 jaar of ouder met werkloosheids- of bijstands-, of arbeidsongeschiktheidsuitkering
5.1.2 aantal personen met een werkloosheids- of bijstandsuitkering per buurt
Relatief veel bijstands- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Overvecht
In de cijfers zien we een dalend aandeel personen met een werkloosheidsuitkering in Overvecht, afgerond van 2% in 2020 naar 1% in 2024. In absolute zin is het aantal werkloosheidsuitkeringen in deze periode gehalveerd. Het laatste jaar is er in absolute zin sprake van een lichte toename. Het aandeel personen van 15 jaar of ouder met een bijstandsuitkering ligt in Overvecht op 9%. In Utrecht is dit gemiddeld 3%. De werkloosheid voor Overvecht is onbekend. Werkloosheid wordt bepaald op basis van een landelijke enquête en daarvan zijn er te weinig waarnemingen om op wijkniveau de werkloosheid te meten. Daarom volgen we de ontwikkeling van het aantal werkloosheids-, bijstands- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Het aandeel inwoners met een arbeidsongeschiktheidsuitkering is al jaren stabiel op 8%. In Utrecht ligt het gemiddelde lager, op 4%.
Er zijn grote verschillen tussen buurten voor wat betreft het aantal bijstandsuitkeringen. Het aantal inwoners met een ww-uitkering is meer gelijk verdeeld over de buurten.
5.1.3 % inwoners dat meedoet
5.1.4 % inwoners dat meedoet, naar onderdeel in Overvecht en Utrecht
Ambitie en indicator meedoen
De ambitie van Samen voor Overvecht is dat iedereen in de wijk kan meedoen. De wijk stimuleert dat bewoners meedoen en biedt mogelijkheden voor bewoners om hun talenten te ontplooien. Waar mogelijk worden deze talenten in de wijk ingezet door werkgevers in de wijk. Dit draagt ook bij aan een aantrekkelijk ondernemersklimaat.
Voor meedoen kijken we naar een samengestelde indicator op basis van vier aspecten:
- het verrichten van (vrijwilligers)werk of volgen van een opleiding
- het deelnemen aan sport of culturele activiteiten
- de betrokkenheid bij activiteiten in de buurt
- het hebben van sociale contacten
Als inwoners ten minste op drie van de vier genoemde gebieden actief zijn, doen ze mee.
Overvechters doen minder mee dan gemiddeld, maar wel gemiddelde betrokkenheid bij buurtactiviteiten
Het aandeel inwoners dat meedoet ligt in Overvecht (69%) lager dan stedelijk gemiddeld (82%). Dat blijkt uit de inwonersenquête 2023. Kijken we naar de verschillende onderdelen van meedoen dan zien we dat het aandeel inwoners dat meedoet in Overvecht op drie van de vier onderdelen lager is dan gemiddeld in Utrecht. Op het onderdeel betrokkenheid bij buurtactiviteiten laat Overvecht een vergelijkbaar beeld zien met het stadsgemiddelde.
Ten opzichte van 2021 valt de toename van cultuur- en sportdeelname op. Deze is in Overvecht toegenomen van 72% in 2021 naar 85% in 2023 en in Utrecht van 86% naar 93%. Na de periode van coronamaatregelen lijkt vooral de deelname aan culturele activiteiten hersteld.
Eind 2025 wordt de inwonersenquête opnieuw gehouden. In de monitor van 2026 kunnen we weer nieuwe cijfers laten zien.
Input uit de kenniskring: duiding, ervaringen en aanbevelingen
In 2024 zijn de cijfers geduid in een kenniskring. Een deel van de aanwezigen herkende het beeld dat inwoners van Overvecht minder meedoen dan stedelijk gemiddeld niet. Zo werd aangegeven dat het werkelijke beeld van sociale contacten in de wijk anders is. De buurthuizen worden druk bezocht, er zijn veel bewonersinitiatieven en groepen mensen en moskeeën organiseren verschillende activiteiten. Er was ook een aanwezige die een ander - minder positief - beeld heeft. In het werk ziet deze aanwezige inwoners die meer belemmeringen ervaren en niet de deur uitgaan. Een ander gaf aan dat het nu lijkt alsof mensen niet willen sporten, maar dat er juist lange wachttijden zijn voor bijvoorbeeld zwemmen. Bewoners willen graag dichtbij sporten en rijden niet snel naar een andere wijk. Een aanwezige gaf aan dat er kanttekeningen te plaatsen zijn bij het gebruik van de inwonersenquête als instrument. Zo verwacht deze aanwezige dat veel Overvechters vanwege de taal en met name jongeren minder vaak de inwonersenquête invullen. De suggestie wordt gedaan om in de toekomst wijkvoorlichters in te zetten om het invullen van de vragenlijst aan te moedigen.
Conclusies
Er zijn relatief veel bijstands- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in Overvecht. Het aandeel inwoners met een werkloosheidsuitkering is halverwege 2024 in Overvecht ongeveer even hoog als voor Utrecht als geheel (1%). 69% van de inwoners van Overvecht doet mee, dit is lager dan stedelijk gemiddeld. Of iemand meedoet wordt bepaald op basis van 4 deelconstructen. Op één van deze vier laat Overvecht een vergelijkbaar beeld zien als stedelijk gemiddeld, namelijk de betrokkenheid bij buurtactiviteiten. Een deel van de aanwezigen herkent het lage aandeel inwoners dat meedoet niet: mogelijke verklaringen die zij geven is een lagere respons onder Overvechters (in verband met taal en lengte vragenlijst) en onder de jongere doelgroep. Daarnaast wordt genoemd dat respondenten mogelijk een ander begrip hebben van het concept 'sociale contacten'.
5.2 We verbinden vraag van werkgevers aan talenten van bewoners. Bewoners zien mogelijkheden om aan werk te komen, een opleiding of stageplek te vinden.
5.2.1: Resultaten over 2024
Indicatoren
De projecten die hier beschreven worden zijn van de Werkwinkel, Pozitive, Wij3.0, Power by Peers, 030Office, Dok030 en de Beroepentuin. Door deze initiatieven kregen bewoners ondersteuning om hun kennis, vaardigheden en talenten te ontwikkelen. Van de 725 begeleide bewoners heeft 27% eerste stappen richting de arbeidsmarkt gezet door het vergroten van hun professionele netwerk, het uitstippelen van hun loopbaan of deelname aan taal- en oriëntatieprogramma's bij bedrijven in de wijk. 35% is gestart met betaald werk, vrijwilligerswerk, een eigen onderneming of een opleiding.
5.3 We zorgen voor een aantrekkelijk ondernemersklimaat
5.3.1 aantal vestigingen (afgerond op tientallen)
5.3.2 aantal banen (afgerond op tientallen)
Sterkere groei van aantal vestigingen
Op basis van het provinciale arbeidsplaatsenregister (PAR, een jaarlijkse enquête in april die gekoppeld is aan het handelsregister) weten we van elk bedrijf waar het gevestigd is, in welke sector het actief is én hoeveel mensen er werken. De cijfers over 2024 zijn bij het verschijnen van deze rapportage nog niet binnen, dus de meest recente cijfers gaan over 2023. Het aantal vestigingen groeit tussen 2022 en 2023 met 13%. Stedelijk groeide het aantal vestigingen in die periode met 8%. De jaren ervoor groeide het aantal vestigingen in Overvecht met 9% (2020-2021) en 8% (2021-2022). In totaal waren er in 2023 4.160 vestigingen in Overvecht. Het laatste jaar groeiden de sectoren gezondheidszorg (+170 vestigingen, +27%) en zakelijke dienstverlening (+120 vestigingen, +16%) in absolute en relatieve zin het meeste. De onderwijssector groeide relatief met 16%.
Aantal banen blijft toenemen, vooral in zakelijke dienstverlening
Het aantal banen groeit In Overvecht tussen 2022 en 2023 met 4% (stedelijk was dit 5%). Daarmee komt het in 2023 uit op een totaal van 15.170 banen in Overvecht. Tussen 2022 en 2023 nam in absolute zin het aantal banen vooral toe in de zakelijke dienstverlening (+270 banen) en de gezondheidszorg (+170). Het aantal banen in de sectoren handel (-80) en industrie (-40) namen in absolute zin het meest af. In relatieve zin groeide de zakelijke dienstverlening (+11%) het meest.
5.3.3 aantal banen naar grootteklasse (afgerond op tientallen)
5.3.4 veranderingen in banen 2020-2021, 2021 - 2022 en 2022 - 2023, naar grootteklasse (afgerond op tientallen)
5.3.5 verandering in aantal vestigingen 2020 - 2021, 2021 - 2022, 2022 - 2023, naar oorzaak (afgerond op tientallen)
Groei vooral in de groep met 1 werkzame persoon
Krimp en groei kunnen ontstaan doordat een bedrijf zich in de wijk vestigt, uit de wijk vertrekt, wordt opgeheven of doordat starters beginnen. Kijken we gedetailleerder naar de ontwikkelingen in aantallen banen, dan zien we dat het aantal banen in de groep '1 werkzame persoon' de afgelopen jaren toeneemt. Het aantal banen in de groep '2 tot 50 werkzame personen' nam ook toe. Bij het aantal banen in de groep '50-199 werkzame personen' zien we tussen 2020 en 2021 een lichte afname, maar tussen 2021 en 2022 een sterke groei. Deels komt dat doordat twee 200+ bedrijven minder werknemers hebben waardoor die in de groep tot 199 banen vallen.
De groep 200+ werkzame personen bestond in 2021 uit 7 bedrijven, in 2022 uit 6 bedrijven en in 2023 uit 5 bedrijven. In Overvecht is het aantal banen dat valt in de groep '1 werkzame persoon' tussen 2022-2023 gegroeid met 15%. Stedelijk is de groei 10% in deze groep en periode.
Veel starters
Voor alle perioden zien we veel meer startende bedrijven (ongeveer 500, met een uitschieter naar ruim 700 tussen 2022 en 2023) dan opheffingen (ongeveer 200). Wat betreft verhuizingen naar en uit Overvecht zien we dat er tussen 2020 en 2021 meer vestigers zijn dan vertrekkers, waardoor het saldo uitkomt op +42. Tussen 2021-2022 en 2022-2023 zijn er echter meer vertrekkers uit Overvecht dan vestigers, waardoor het saldo uitkomt op respectievelijk -33 en -34. De cijfers over 2024 zijn bij het verschijnen van deze rapportage nog niet binnen.
Input uit de kenniskring
In de kenniskring van 2024 werd aangegeven dat de groei van zzp'ers in werkelijkheid mogelijk nog sterker is, omdat niet zeker is of iedereen in de registraties is opgenomen. Aanwezigen gaven aan dat ze graag de cijfers over de ontwikkeling van het aantal banen en specifiek zzp'ers graag afzetten tegen cijfers van andere wijken in de stad. Dit nemen we mee in de analyses over 2024, zodra deze cijfers binnen zijn.
Conclusie
Het aantal vestigingen en banen neemt toe, zowel in relatieve als absolute zin. In totaal zijn er in 2023 4.160 vestigingen en 15.170 banen in Overvecht. De zakelijke dienstverlening en gezondheidszorg vallen op als groeiende sectoren. Daarnaast zien we een sterke groei in de groep met 1 werkzame persoon (veelal - maar niet uitsluitend - zzp'ers). Ook zijn er ruim meer starters dan opheffingen.