3.3 Bewuste & verbonden stad
3.3.1 Verhalen uit de stad
Verhalen uit de Stadskaravaan: deelnemers maken zich zorgen over sociale segregatie ...
Sinds mei 2024 trekt de gemeente met de Stadskaravaan door Utrecht: een reeks gesprekken met Utrechters over moslimdiscriminatie en antisemitisme. Sociale segregatie is een onderwerp dat veel terugkomt in de gesprekken in het kader van de Stadskaravaan. Zo wordt bijvoorbeeld opgemerkt dat mensen met verschillende religieuze en culturele achtergronden steeds vaker in bepaalde buurten wonen en zich terugtrekken in eigen bubbels en gemeenschappen. Deels is deze verdeling een natuurlijk gevolg van persoonlijke voorkeuren en stadsindeling, maar het nadeel is dat de kloof vergroot tussen verschillende groepen in de stad:
“In Kanaleneiland ervaar ik nooit discriminatie, maar wel als ik ergens anders ben”.
Naarmate Utrechters met verschillende identiteiten meer van elkaar geïsoleerd raken, nemen de mogelijkheden voor betekenisvolle interactie af. Als men niet meer naast elkaar leeft, minder gedeelde ervaringen opdoet en elkaar minder tegenkomt, wordt het vormen van banden die begrip en empathie kweken lastiger:
“Op mijn werk moet ik heel erg nadenken wat ik zeg, ik voel niet meer de vrijheid om me uit te spreken.”
Een andere deelnemer uit de Stadskaravaan zegt hier het volgende over:
“Ondanks dat er wel meer witte Nederlanders in de wijk [Kanaleneiland] komen wonen, sturen ze hun kinderen naar scholen buiten de wijk. De scholen in de wijk zijn niet gemengd.”
Ook wordt het verschil in mediagebruik genoemd tussen verschillende groepen. Dit zou ook bijdragen aan sociale segregatie:
“Veel Nederlanders hebben minder toegang tot media en nieuws dat door Nederlands met een bi-culturele achtergrond en of migratieachtergrond wordt geconsumeerd. En andersom hebben deze gemeenschappen minder toegang tot de mainstream Nederlandse nieuwskanalen. De taalbarrière gaat in dit opzicht twee kanten op, maar het gaat vooral om de framing en kennis van de verschillende mediakanalen, waarbij hele verschillende referentiekaders worden opgebouwd.”
Dit gebrek aan verbondenheid kan bijdragen aan vooroordelen, wantrouwen en misverstanden, want onbekend maakt onbemind. Zo wordt het gemakkelijker om mensen die anders zijn te stereotyperen of te ontmenselijken. Desondanks spreekt een deelnemer van de Stadskaravaan de behoefte uit voor meer verbinding:
“Mensen hebben behoefte aan gemeenschap en verbinding door middel van positieve ervaringen, in plaats van continu met een negatieve blik naar al deze problematiek te kijken.”
Deze behoefte wordt gedeeld door een van de andere deelnemers:
“Er lijkt een grote interesse in de stad te zijn om elkaar te leren kennen en solidariteit te tonen.”
... en de druk om te conformeren, die kan leiden tot gevoelens van vervreemding
Jarenlange stigmatisering, criminalisering, etnische profilering en de normalisering hiervan in politiek en media leiden volgens deelnemers tot vervreemding en dit baart zorgen. De constante uitdaging om hiermee om te gaan, boven op de ervaringen van discriminatie en druk om zich te conformeren, kan leiden gevoelens van vervreemding en een diep verlies aan vertrouwen. Deelnemers uiten hun frustratie over het feit dat ze zich herhaaldelijk moeten rechtvaardigen en dat hun positie als gelijkwaardige burgers onder druk komt te staan. Zo blijkt uit de volgende reacties van een aantal verschillende deelnemers:
“Ik vind het zo vermoeiend om continu geconfronteerd te worden met discriminatie en mezelf te moeten verantwoorden.”
“Ik voel me niet verbonden met de maatschappij. Ik focus me op mijn studie en werk en het helpen van mijn ouders.”
“Ik zou niet naar een witte school gaan, omdat ik me bij een zwarte school erkend en begrepen voel.”
“Ik wou dat ik blond was en blauwe ogen zou hebben, dan was ik veel kansrijker.”
Verhalen van inwoners: het slavernij- en koloniale verleden van Nederlands heeft nog steeds impact
Een inclusieve stad vraagt ook iets van mensen in een geprivilegieerde positie. Een doel is dat Utrechters meer kennis en bewustwording hebben over het slavernij- en koloniale verleden en de wijze waarop dit vandaag de dag nog steeds impact heeft.
Een inwoner geeft het belang aan van witte mensen bij Keti Koti betrekken:
“Tijdens Keti Koti gedenken we dat de slavernij werd afgeschaft op 1 juli 1863 door Koning Willem II. Het is een Bevrijdingsdag net als hoe Nederland 5 mei viert. Maar omdat Nederland liever niet spreekt over haar rol bij het slavernijverleden, herdenken we op die dag niet de slaven uit Suriname of Curaçao. Daarom is het belangrijk dat we ’onze Bevrijdingsdag’ apart vieren en daar ook witte mensen bij betrekken. Het is lang geleden, maar de doorwerking is er nog steeds. Als je die connectie als witte Utrechter niet kunt maken, dan begrijp je niet waarom het is zoals het nu is.”
Een ander verhaal gaat ook in op de huidige impact van ons koloniale verleden:
“Jaren later legde ik aan een VVD-er uit waarom Curaçaoënaars blijven hangen in een uitkering. Ik hield mijn hand omhoog in de lucht en zei: als je werkt dan sta je hier. Word je werkloos dan sta je hier en ik liet mijn hand vallen. Het Nederlandse systeem heeft een (tijdelijk) sociaal vangnet; op een dag ga je weer werken en zit je weer ‘hoog’ (mijn hand ging weer omhoog). Maar als je uit Curaçao komt dan kom je van hier en ik legde mijn hand op de grond. Het perspectief is totaal anders zei ik. Een uitkering is beter dan de situatie waaruit de meeste Curaçaoënaars en Surinamers komen. En als je dat niet snapt, dan vind je dat iemand te lang blijft hangen in een uitkering. Ik constateerde een bepaalde bekrompenheid en vroeg mij af in hoeverre mensen pijn van de ander kunnen zien.”
Verhalen van inwoners: positieve ervaringen met (voorlichten van) professionals in de wijk
Ook is als doelstelling in de beleidsnota opgenomen om de sensitiviteit bij partnerorganisaties en uitvoerend (wijk)professionals te vergroten. Dit gaat bijvoorbeeld om sensitiviteit qua gender, sekse of cultuur bij queer, non-binaire, trans en intersekse personen (van kleur).
Uit twee verhalen blijkt dat de vertellers een positieve ervaring hadden met het voorlichten van professionals in de wijk:
“Ik heb in het verleden ook voorlichting gegeven aan jongerenwerkers. Sommigen van hen vonden dat het thema LHBTIQA+ niet thuishoorde in hun werk, vaak vanwege hun geloof. Maar na mijn verhaal keken ze anders. Ze zagen dat het wél relevant is, en juist bij hun werk hoort.”
Iemand anders geeft aan dat de eigen ervaring gedeeld kon worden:
“Ik gaf een presentatie aan een groep zorgprofessionals waarbij ik de verhalen en ervaringen van aseksuele en/of aromantische mensen kon delen. Het kunnen delen van deze verhalen gaf mij een gevoel van verbinding, omdat ik ons als groep zichtbaar kon maken.”
Verder deelt een inwoner ook een positieve ervaring met een partnerorganisatie:
“Toen we aangifte kwamen doen op het bureau werden we heel fijn opgevangen door 'roze in blauw'. Daar konden we ons verhaal vertellen en voelden we volledige aandacht voor ons gevoel. We hebben echt zorg ontvangen voor wat ons was overkomen.”
Verhalen van inwoners: wederzijdse ontmoeting leidt tot meer verbinding en begrip
Een ander doel uit het beleid is het werken aan meer wederzijdse ontmoeting en begrip tussen Utrechters met verschillende culturele, sociale en levensbeschouwelijke achtergronden. Hier worden door inwoners veel verschillende verhalen over gedeeld.
Een aantal verhalen gaat over het ontmoeten van anderen bij ‘evenementen’ of georganiseerde activiteiten in de stad. Zo worden bijvoorbeeld de volgende dingen genoemd in de verhalen: Iftaravonden, Keti Koti of deelname aan een initiatief waarbij langsgegaan werd bij verschillende groepen:
"Zo was ik laatst bij een Iftaravond (...) die avond leerde ik niet alleen iets over anderen, maar ook over mezelf. Het was een avond die me uit mijn bubbel haalde en me liet zien wat verbinding betekent. Namelijk je blik verruimen, niet bang zijn voor een ander, en zien wat er in een ander leeft. En dat is precies wat daar gebeurde.”
“Nog steeds komen niet alle verschillende achtergronden naar Keti Koti, maar het begin is er. En het is echt een feestelijk festival geworden met zang en dans. Ik ben trots en blij dat het gewaardeerd wordt.”
“In Utrecht heb ik laatst meegedaan aan een initiatief dat langsgaat bij verschillende groepen om te kijken wat er leeft. Ik deed hieraan mee en daar ontmoette ik nieuwe mensen die met elkaar aan tafel gingen eten. Samen eten met onbekenden en dan vervolgens tot een fijn gesprek komen betekent voor mij verbinding.”
“Door al dat vrijwilligerswerk heb ik al zoveel mensen niet alleen van mijn afkomst maar ook uit andere culturen en geloven ontmoet. Daardoor heb ik veel meer contacten gekregen (...) elk geloof in grote lijnen staat voor elkaar helpen, dus laten we daar niet te ingewikkeld over doen.”
Meer in het algemeen noemen Utrechters ook het belang van meer begrip voor elkaar:
“Er komen hier mensen met allerlei verschillende achtergronden. Soms duurt het even voordat je elkaar begrijpt. En wrijving is er altijd wel een beetje, maar je moet geduld hebben; je leert vanzelf met elkaar omgaan.” Iemand anders zegt hierover: “Ik geloof dat we in de basis allemaal hetzelfde willen – veiligheid, rust, geluk. Het zijn vooral de uitersten die je hoort, de harde stemmen. Maar daartussen zit een groot midden, mensen die niet schreeuwen, maar wel willen bijdragen.”